Ingang Wie je ook bent: ga ’s avonds naar buiten treed uit je kamer, waar je alles al kent; wat als laatste vóór de verte ligt, daar is je huis: wie je ook bent. Met je ogen die zich moeizaam losmaken van de versleten drempel, til je heel langzaam een zwarte boom op En zet hem vóór de hemel: rank en alleen. zo creëer je de wereld. En zij is groot en als een woord, dat nog rijpt in stilzwijgen. En zodra je wil haar diepe zin begrijpt, laten je ogen haar teder gaan. Rainer Maria Rilke
Alles in je weet tot welke keuze je geroepen wordt en dan kan die wil je zo in de weg zitten! Je blijft als het ware hangen in de beweging van gaan en niet gaan.
De wil is dan gegrondvest in iets wat jou niet meer dient maar wat wel vertrouwd is. Maar weet dat ‘wat als laatste vóór de verte ligt, daar is je huis’.
Lukt het je niet om je wil met tedere ogen te laten gaan, maak dan een afspraak. Je bent welkom!