Snikkend zit je tegenover mij nadat ik je heb gevraagd wat ik voor je kan doen. Alsof er een kraantje opengaat. Je lijkt haast te stikken in je snikken.
Uit je aanmeldingsformulier weet ik dat je pas je vrouw hebt verloren. Nu een jaar geleden. Opeens weet ik weer wat mij opgevallen was op het formulier. We hebben onze afspraak op de sterfdag.
Ik haal diep adem en vraag aan je – wat zou je vandaag tegen haar willen zeggen. Tussen het snikken door vertel je dat je haar zo mist. Dat je het zo moeilijk vindt om de dagen door te komen. En dat je niet meer weet wie je nu nog bent nu zij is overleden. De dagen zijn zo lang!
Je struikelt haast over je woorden. Alles wat je hebt gedacht, gevoeld moet er uit. Nu! Geen kloppend verhaal maar fragmenten, zinnen en soms alleen een paar woorden. En dan kalmeer je en is er ruimte om mij aan te kijken en contact te maken.
En ik lees je een gedicht voor:
Herinnering
Omkijken? Liever niet Want kijken, echt kijken doet pijn. Je voelt weer hoe het was, de pijn, het gemis. Omkijken? Liever niet. En als het moet, dan maar gewapend als beton, met droge ogen, jij er niet bij. Herinnering. Zonder tranen gaat het niet. Maar door de tranen heen blijft liefde levend, vind jij jezelf terug. Herinnering. Alleen wie om kan kijken, kan vooruit zien. Wie tranen zaait, zal licht en toekomst oogsten. Hans Stolp